*’s Avonds in bed vraag ik soms om drie dingen op te sommen die hij goed kan. Vandaag vroeg hij me hetzelfde te doen*
I: Euh… ik kan goed taarten versieren. Zoals je Mario taart.
K: Oh ja! Wat nog?
I: Ik kan goed voorlezen.
K: Okee, wat nog?
I: eeuuhhh….ik kan goed knuffelen?
K: Maar mama, je vergeet nog iets dat je super duper heeeeeeel goed kan!
I: Oh, wat is dat dan?
K: ZINGEN

Kleine Broer: Pis water (= vis in het water)
Papa: zit de vis in het water, Kleine Broer?
Krullenbol: Stop met dat te zeggen, hij zegt dat de hele dag, dat is echt kei vermoeiend

*Na schooltijd*
K: We speelden voetbal en het was 4-3 maar eigenlijk 5-4 maar die goals telden niet.
I: Ah, was het buitenspel?
K: Nee, voetbal

K: Kleine Broer, ik begin boos te worden, ik voel het.

K: Eigenlijk is regen de pipi van de wolken.

I: Morgen is het een korte dag he Krullenbol.
K: Ja, wa boeit da? (Oh nee, het begint al…)

K: Kleine Broer kan je opzij gaan, ik zie de tv niet
(Broer gaat opzij)
K: dank je, Kleine Broer, jij ben een goeie broer…
(mama smelt al)… vandaag

*In een boek*
“Ik ben je eeuwig dankbaar”
K: Eeuwig, voor 100 jaar dus.

I: Gaan we nu in bad of na het eten?
K: Na het eten! Dan is mijn mondje vuil.

*Vrij random*
K: een kleine broer hebben is vermoeiend

*Op zondagochtend*
I: we gaan veel moeten eten op die brunch, Krullenbol
K: Dat moet toch niet?
I: Nee, inderdaad, dat moet niet. Het was maar een grapje
K: Oh mama, dat was geen grapje… jij maakt nooit leuke grapjes
(moeilijk publiek)

*Na een uurtje in de reuzegrote zandbak*
K: Als je heel diep graaft, verandert de grond. Dan wordt die zo slijmerig. Dat is… plasticine
I: Plasticine?
K: Jaaaaa… papa heeft me dat gezegd… euh nee… KLEI!

K: Wanneer gaan we nog eens naar een ander land? We wonen al zo lang in dit huis.
(Hij wilde eigenlijk weten wanneer we nog eens op vakantie gingen)

I: hoe weet je welke kant de aarde opdraait?
K: Dat zie je aan de wolken!

*’s Avonds in bed*
I: Ik zal je altijd graag zien, he
K: En als je dood bent?
I: Dan zal ik je nog graag zien
K: Kan dat dan?
I: Ja, ik geloof dat liefde niet stopt
K: Ga je dat niet vergeten?
I: Nee
K: Want als je oud bent, vergeet je soms dingen he, mama
I: Hmm… denk je dat ik al zo oud ben?
K: Ja!

K: Jij geeft de beste knuffels, mama ❤