Ik zal het maar bekennen: ik haat november. Wat een rotmaand is me dat, zeg. Alvast mijn excuses aan iedereen die dan jarig is, ik wens je van harte een geweldige dag, en jij kan het ook niet helpen dat je die maand ter wereld kwam.
Maar verder is het koud, nat, triest en vreselijk donker. Donker als ik ga werken, en donker wanneer ik weer thuis kom. Misschien glijd ik wel uit op wat dode bladeren of die eerste vorst die me tien minuten vertraging oplevert in de ochtendrush, omdat ik niet meer weet waar we het krabbertje hebben gelaten.
De herdenkingen lopen een hele maand door. Al denk ik wel vaker aan de mensen die ik mis, en mis ik wel vaker de mensen aan wie ik denk, in november krijgt dat toch weer zo’n triest randje. In de regen naar de begraafplaats, merken dat je nu écht die wintertruien moet opduikelen, alweer opstaan met keelpijn en een lopende neus en met momenten moeten opboksen tegen een gevoel van complete ontreddering…
Neen, tussen november en mij komt het niet meer goed. De relatie is permanent beschadigd en er is geen therapie meer aan te slepen.
Was er dan helemaal niets vrolijks te beleven? Dat klopt nu ook weer niet.
Ons ventje, niet echt een grote prater, begint steeds meer woordjes op te pikken. Nu, hij snapt duidelijk al heel veel, maar hij begint steeds meer woordjes te gebruiken. Ik had nooit verwacht wat een golf van enthousiasme me zou overspoelen, vanwege iets eenvoudigs als naar zijn loopwagentje wijzen en ‘otto’ zeggen. Of hoe waanzinnig cool ik het vond dat hij opeens wél antwoordde op de vraag ‘wat doet de hond’ (‘wa wa wa’). Geniaal. Ons kind is gé-ni-aal. Gelukkig ben ik objectief. Wetenschapper en zo, weet je wel.
Het jongste nichtje werd gevierd met een vrolijke babyborrel, en ik had – misschien iets te overmoedig, waarschijnlijk had ventje net ‘aaitje’ geroepen naar de kat – beloofd om twee versierde taarten te maken. Het plan was onszelf te overtreffen, en ik denk dat dat gelukt is. Het werd een biscuit met chocolademousse en chocoladeganache met als thema ‘varkentjes in de modderpoel’ en een biscuit met mascarponecrème en bananen. Die laatste werd met suikerpasta omgetoverd in ‘Bobke’, een minion. ‘Bobke’ was de werknaam van het jongste nichtje, die eind augustus een Bobetje bleek te zijn.
Dat ik helemaal in ‘moederkloek-de-fiere-hen’-modus ga als mijn zoon alweer duidelijk aantoont dat hij gewoon DE BESTE PEUTER EVER is, dat mag niet verbazen. Ik heb het van geen vreemde. Maar het is me een raadsel hoe het in mijn genetisch materiaal is gesukkeld dat ik bak om de regen en duisternis te verdrijven – buiten of in ’t koppeke.
Hoe dan ook draaide de oven in november overuren.
Gelukkig heb ik een prachtige liefdesrelatie met december. Welcome, honey!
Mooie baksels. Meer dan de helft van ons zevenkoppig gezin is jarig tussen 23 november en 28 december. 🙂
LikeLike
Ik heb toegegeven dat er ook goeie kanten zijn, hé! 😉
LikeLike
Pingback: Koffie Klasj – oktober – Boston, baby!
Pingback: Food Challenge: No Sugar November – Boston, baby!
Pingback: Koffie Klasj november/december ’21 – Boston, baby!