‘Je staat in de krant’, stuurde een vriend me recent als berichtje. Met daarbij een foto van een tekst uit De Standaard. Nu was ik me niet bewust van enige heldendaad van mijnentwege, noch van krantwaardig schandelijk gedrag, dus het was met grote nieuwsgierigheid dat ik de foto bestudeerde.
Het bleek om een artikeltje te gaan, getiteld ‘Rare jongens, die Europeanen’ waarbij 12 punten werden opgesomd die Amerikanen vreemd vonden aan Europa. Neen, ik had het niet geschreven, maar ja, het was wel een onderwerp dat in mijn pen zou kunnen leven. Ik heb hier al rondgevraagd naar clichés over Europeanen namelijk, in de hoop wat stof voor een blogpost te kunnen verzamelen. Helaas kwamen de meesten niet verder dan de gewone clichés als ‘Fransen zijn snobs’ en ‘Duitsers zijn strikt’.
Nu was deze lijst opgesteld aan de hand van blogs van Amerikanen, die door Europa reisden en zich verbaasden over die kleine dingen die telkens nét anders zijn. Nu is België niet ‘heel Europa’ en Boston niet ‘alle Verenigde Staten’ maar het loont de moeite het even af te checken met onze dagelijkse beslommeringen (hier deel 1, van 1 tot 6. Binnen enkele dagen verschijnen vragen 7 t.e.m. 12).
- Europeanen ontbijten slaapverwekkend saai.
Recent hoorde ik een moeder zuchten dat het niet evident was om altijd drie gezonde maaltijden op tafel te zetten. Vooral dat warm ontbijt was een ellende. Warme havermout is toch écht wel een minimum en ‘gelukkig’ bestaan er kant-en-klare oplossingen zoals wafels, wafels met een kipfilet tussen of de Kellogg’s breakfast sandwich (twee pita’s met een omelet, spek en spinazie tussen) die je allemaal in de vriesafdeling van elke supermarkt vindt.
Pardon? U eet gewoon een boterham of een koffiekoek? De Amerikaanse varianten daarvan zijn echt niet om over naar huis te schrijven, helaas. Magere vleeswaren, buiten kip- en kalkoenfilet, zijn niet te vinden en op de gekookte ham staan dingen als ‘slechts 15% water toegevoegd’. Of nog beter, op een soort rosbief voor op de boterham: ‘10% karamelkleur toegevoegd’. Geen wonder dat ze dat hun kinderen niet willen aandoen.
- Onze Europese koffies zijn belachelijk klein.
En ze zijn vaak niet eens mee te nemen. Ellende troef dus! Al moet ik toegeven dat ik de gratis refills wel ga missen. Al is dat enkel en alleen omdat je drie keer moet bijvullen om een Europese hoeveelheid caffeïne binnen te krijgen. Zo goed als iedereen loopt te slurpen uit een gigantische beker, of handige waterfles-met-inklapbaar-teutje. De angst voor dehydratatie is blijkbaar reëel.
- Onze belegde broodjes zijn zo goed als onbelegd.
Inderdaad, op onze belegde broodjes ligt gemiddeld één tot twee sneetjes kaas. Of ja, een sneetje hesp. Of allebei. Dat valt in het niets tegenover het pak ham of de blok kaas die hier tussen de witte boterhammetjes worden geduwd. Elke keer moet manlief vragen om 90% van het beleg er weer af te halen. Om helemaal voor gek versleten te worden, want wie wilt er nu niet een half varken op het blaadje sla vinden?

Manlief krijgt lunch aangeboden op een congres
- Onze winkels zijn zo goed als nooit open.
Oh, wat ga ik de Amerikaanse openingsuren missen! Op zondagavond 20u op het gemakje inkopen gaan doen? Geen probleem! Thuis sluit de bakker op de middag – toen beseften we dat we niet meer in een stad woonden.
- In Europa zijn geen bag boys en je groenten weeg je zelf.
Toch even nuanceren. Je kan hier ook je eigen groenten wegen. Alleen kan dat tot een acute migraine-aanval leiden. Er is geen duidelijk scherm met fotootjes van de groenten en het fruit. Er zijn codes. Die codes staan ergens, verborgen op het prijsplaatje. Of niet. Een doorwinterde schattenzoeker die het niet opgeeft na de courgettes, de paprika’s en een tomaat of drie.
Dat iemand je boodschappen voor je inpakt, kan inderdaad handig zijn. Het gaat wel vlotter. Maar hoe goed de mannen (en madammen) van de Colruyt ook leren stapelen, de bag boys (en ladies) hebben niet dezelfde cursus gevolgd. Néé alsjeblieft niet de melk bovenop mijn verse kruiden. En de eieren mogen van boven, dank je wel.
Je zal ook steeds zien dat de inpakker (of zakkenvuller? Klinkt toch verkeerd…) steeds een pauze neemt als ik aan de beurt kom. Al zal de kassier dan mee helpen inpakken, ik zie het in de Delhaize niet zo snel gebeuren.
- Onze obers verwachten geen fooi, maar zijn wel onvriendelijk
Eerlijk? Ik vind dat fooi-systeem stresserend. Wanneer wel, wanneer niet? Hoeveel? De pizzajongen die mijn bestelling brengt, die doet toch gewoon zijn werk? Moet ik hem belonen omdat hij de doos niet heeft laten vallen? En dat er zo maar even 15 tot 20% bij de rekening komt, is soms wel even slikken. Nu is het voorstel op tafel gegooid om obers gewoon beter te betalen, in plaats van echt af te hangen van fooien omdat ze ocharme $2/uur verdienen. Ik stem in elk geval al voor!
(hier het originele artikel)
http://www.standaard.be/cnt/dmf20160517_02293060
Pingback: In de krant – deel 2 – Boston, baby!
Héé, ik ben die vriend 🙂
LikeLike
dat heb je goed gezien 😉
LikeLike