
De maand april startte hier met een vakantieweekje, en dat bracht een drastische vermindering in mijn schermtijd met zich mee. Niets mis mee natuurlijk, al liet de Koffie Klasj van maart even op zich wachten.
Spannende dingen
Maart startte met een spannende week want op 8 maart gaf ik voor het eerst een live webinar over hoogbegaafdheid. Ik had daar flink reclame voor gemaakt, maar je weet toch nooit wat dat gaat geven.
Het viel geweldig mee: er waren 165 mensen ingeschreven. Dat was véél veel meer dan ik ooit had verwacht. En het webinar zelf ging ook heel goed, de techniekgoden waren me gunstig gezind (want daar had ik eigenlijk meer stress over dan over mijn babbel).
In het weekend daarna was er een studiedag waarbij ik dan ook mijn diploma kreeg. Ik mag me nu officieel Expert in de hoogbegaafdheid noemen. Enigszins dubbel, want ik sta nog maar aan het begin van mijn zoektocht. Maar goed, zo een deftig papiertje krijgen is dan wel weer heel fijn.
Werk
En, hoe gaat het nu? – is zowat de meest gehoorde vraag van het moment.
En mijn antwoord is meestal heel spontaan: ‘Ah, heel goed he!‘
Maar tegelijk is er zo een klein duiveltje op mijn schouder dat zegt ‘is dat echt wel zo?? Hoe weet ge dat? Met die zielige paar euro die je al verdiend hebt?’
Want ja, dat klein duiveltje is een rotzak, maar wel eentje van praktische aard.
Laat ik het daarom anders formuleren: ik ben bezig. Ik zie mensen. Ik help mensen. Ik heb genoten van het maken, promoten en geven van een webinar. Ik vind het spannend dat enkele mensen met mij in zee willen gaan. Ik vind het gewéldig dat enkele mensen met mij in zee willen gaan. Ik leer bij over marketing. Ik leer bij over technische shizzles (zoals Zoom, automatiseren van nieuwsbrieven, sociale media etc). Ik maak fouten. Ik zet dingen recht.
Ik hoop dat ik dit kan blijven doen.
Kindjes
Een grote stap natuurlijk, toen Kleine Broer naar school begon te gaan. Een paar weken later gaat hij graag, maar we zijn nog steeds hard aan het zoeken naar een nieuw evenwicht.
Ik probeer het eten vroeger op tafel te krijgen, maar soms is dat nog te laat, en valt Kleine Broer in slaap op de zetel. Hij is dan met geen mogelijkheid wakker te krijgen. Soms laat ik hem, wat betekent dat hij er weer laat in ligt die avond. Soms maak ik hem toch wakker, wat betekent dat hij een echt ROT humeur heeft. Zucht.
Gewoon vroeger in bed steken is trouwens ook geen geweldig succes. Enfin, we komen er wel. Hij vindt zijn klasje en zijn juf leuk en dat is al heel wat.
Het is ook geweldig om te zien hoe de halve klas van Krullenbol helemaal zot is van Kleine Broer en hem ook geregeld wilt helpen. Bijvoorbeeld als Krullenbol zelf even geen tijd of zin heeft, dan vaardigt hij dus vriendjes af om op Kleine Broer te passen, of met hem te spelen. Zo schattig dat het geen naam heeft.
Half maart was er dan het langverwachte schoolfeest: een echte musical. Met een heel script, dansen, acteurs, een koor, noem maar op. Krullenbol gaf het beste van zichzelf tijdens een dans – dat had ik enigszins verwacht.
Maar dat Kleine Broer na 20 dagen school ook op het podium zou staan, vooraan dan nog, en na de eerste verwondering van het aantal mensen in de zaal, ook effectief mee begon te dansen… oooooh, kippenvel, en de wetenschap die alleen een mama kan hebben dat mijn kind toch écht zo een geweldige schattigaard is.
Voorbereiding van vakantie
De laatste week van maart was de laatste week voor onze vakantie, en als rare traditie betekent dat dat het heel druk was.
Manlief probeerde uit alle macht nog een groot projectvoorstel af te ronden, ik probeerde nog maar eens een allesomvattend lijstje te maken van wat er mee moest en wat er moest voorbereid worden (bv – we komen terug op zaterdagavond terwijl het zondag Pasen is, tja, dan moeten er al bepaalde dingen in huis zijn die die zondagochtend stiekem in de tuin gelegd worden, nietwaar?).
Op zo’n moment dwarrelt dat hele verhaal van de mental load toch echt wel door mijn gedachten.
Manlief doet zijn best, maar zonder mij zouden de katten gewoon van niemand eten krijgen gedurende een week, laat staan dat er brokjes zouden zijn. Dat van die paaseitjes voorzien, goh, ook juist. En dat er dan nog twee mensen jarig zijn tijdens onze week vakantie,… ‘hebben wij eigenlijk cadeaus voor Krullenbol in huis’, vroeg hij twee dagen voor vertrek.
Ach ja, het was even doorbijten, maar voor het goede doel uiteraard.
Pingback: Wat ik leerde in 3 maanden ondernemen | Boston, baby!