Terwijl onze Krullenbol niet heel snel was met praten, is onze Kleine Broer een babbelaar tot en met. Alles aan zijn taal is snel – hij pikte onze gebaren snel op, zijn eerste woord was snel, zijn eerste zin was snel, zijn woordenschat explodeert.

Wat maakt dat ik eigenlijk zo goed als dagelijks heel hard moet lachen met de uitspraken die hier thuis gebeuren.

Ook in de crèche hebben ze al aangehaald dat het fijn is dat hij zo mondig is, want ze hebben daar momenteel ook heel veel kleine kindjes, en daar heb je gewoon niet zo veel gesprek mee natuurlijk.

Kortom, het is echt tijd dat ik start met een nieuwe rubriek, nl. Kleine Broer babbelt!

Hier zijn enkele uitspraken van onze kleine man, tussen 24 en 27 maanden oud (excuus voor deze maand-bepaling, sommige mensen vinden dit vervelend, maar naar taalontwikkeling toe maakt een maand echt wel een groot verschil, op die leeftijd).

Appel
Papa: ga eens aan mama een appeltje vragen, zeg maar: appel, alsjeblieft!
Kleine Broer: appelblieft!

Toen er wat cornflakes met melk uit zijn bordje was gevallen
KB: Aaaaaaah, is kaka!
Ik: nee schatje, dat is geen kaka.
KB: Pipi dan.

Papa ziet een klein wondje
Papa: wat is dat hier, onderaan je rug?
KB: een poepje

Hij zet zich op zijn loopfietsje
KB: Daaaaag, mama! Wij gaan naar de bakker! Sandwisje en watermeloen kopen!

Hij is ziek en heeft koorts
KB: ik moet een snoep poepje (poepsnoepje, suppo dus).

Hij komt thuis met papa
ik: Ben je naar de koetjes gaan kijken? 
KB: Jaaaa
ik: En wat waren ze aan het doen
KB: Grasjes eten
ik: En heb jij ook gras gegeten? 
KB: Nee alleen sandwich

Bij het verversen van zijn pamper
KB: Ik heb een stinky gatje!

In zijn blootje aan het rondlopen
KB: Ik ben blootman!

Na een botsing en wat wenen
Ik: waar heb je je pijn gedaan?
KB: daar zo, op de grond

Na het douchen met een handdoek rond mijn haar
KB: heb je pijn edaan, mama? Kusje geven?

Bij het afscheid
KB: Dag mama, lof joe!

Toch een beetje heel erg gesmolten bij die laatste!