‘Ik ga dinsdagavond joggen’. ‘Nee, echt morgen dan’. ‘Donderdag hebben we vrijaf, dus dan lukt het zeker’. ‘Ik heb net ontbeten, het gaat toch nog even moeten wachten’. ‘Nu lukt het niet meer hoor, we moeten vertrekken’.
Ik had het al drie dagen voor me uitgeschoven, uiteindelijk was het vrijdag en ik was nog niet gaan joggen. Omdat ik écht heel graag die 5 km met gemak in de benen wil krijgen, zat er niets anders op dan in de hete namiddag toch de loopschoentjes aan te trekken en een schaduwrijke route uit te stippelen.
Vijf kilometer lijkt voor velen misschien peanuts, voor mij is het een mooie toer. En bovendien mijn limiet, volgens mijn kinesist en de chirurg die mijn rug oplapte.
Ik merkte al snel dat er wel interne gesprekken gaande zijn, zo tijdens dat eindje joggen. Meer zelfs, er wordt wat afgekletst.
Vandaar, met een dagje vertraging (wegens, ja, warm, barbecue, vrienden, gezelligheid etc): Mijn lijf tijdens mijn vijf.
0 tot 1 km
(net de straat uit)
- Lijf: Oh zo gaat-ie lekker, het is nog zo warm niet.
- Mond: Droog hier.
(100m verder)
- Benen: Wow wow wow, wat is dat hier? Wij zijn niet geconsulteerd in deze beslissing!
- Huid: Zweetmodus aan.
- Blaas: Ik weet dat je net naar het toilet bent gegaan, maar volgens mij ben ik niet helemaal leeg.
- Brein: Wij negeren Blaas en Benen.
(200m verder, brug over)
- Benen: Waaaaaaaaat? Wij gaan een beetje krampen hoor.
- Mond: Droog hier.
- Brein: Ademhaling, rustig blijven! Voeten, kleine stapjes zetten.
1 km tot 2 km
- Handen: wij beginnen te jeuken, gewoon omdat het kan.
- Benen: OK, we zitten in het ritme.
- Huid: Superzweetmodus aan.
- Schouder: Pijn.
- Brein: Schouders, niet verkrampen. Laten hangen. ’t Zal wel beteren.
- Mond: nog steeds droog hier.
2 km tot 3 km
- Ogen: kijk, onze schaduw.
- Zelfbeeld: OK, we zien er niet moddervet uit. De zon zal goed zitten, zeker?
- Buik: Ik ben aan het zweten.
- Brein: Dat is het vet dat aan het huilen is, Buik.
- Zelfbeeld: Dan mag het veel huilen, HA!
- Brein: Zwijgen, Zelfbeeld, we zitten al over de helft.
3 km tot 4 km
- Darm: Prrrrrrt.
- Zelfbeeld: Oh nee, OH NEE! Is er iemand in de buurt?! Ah oef, nee.
- Schouder: Pijn.
- Brein: Armen, zwaai eens wat, misschien stopt Schouder dan met zeuren.
- Mond: droog droog droog.
- Tenen: Wij gaan slapen.
- Brein: Nee, wakker blijven, Tenen! Hey, nee, niet tintelen. OK, negeren die handel. Komaan iedereen, we zijn er echt bijna.
- Zelfbeeld: Aan deze snelheid duurt het nog maar een uur of drie.
- Brein: Echt waar, Zelfbeeld, die negativiteit van u! Het is 30° en we zijn aan het joggen. Niemand gaat nu snel. Dat is normaal.
- Oor: Hey, een schaap. Hey, nog een schaap.
4 km tot 5 km
- Ademhaling: Puf puf Puuuufff. Puf puf Puuuufff. Puf puf Puuuufff. Puf puf Puuuufff
- Brein: Bijna. Bijna. Bijna. Niet kijken hoe ver nog. Niet kijken, eerst tot aan de straat lopen. Nog even, nog even. OK, je mag kijken.
- Oog: Nog 240 meter!
- Bijnier: Adrenaline shot komt eraan.
- Brein: Komaan!
- Mond: Heel droog nu.
- Brein: Seffens een bosbessensmoothie. Komaan! OKEEEEEE, we zijn er. Ter plaatse rust, iedereen. Jullie niet, voeten, blijven wandelen.
….
- Huid: Gutsmodus aan.
- Zelfbeeld: OK, dat was geen complete ramp. Beetje fier.
LOL
LikeGeliked door 1 persoon
Hahaha, geweldig fijn geschreven (en ook wel erg herkenbaar 😉 )
LikeGeliked door 1 persoon
Bedankt! 🙂
LikeLike
Hahahaha, heerlijk geschreven, maakt je maandag ochtend meteen goed 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
Goed gedaan! En ik herken je innerlijke dialoog : )
LikeLike
Pingback: Kerst Bloghop 2018 – Boston, baby!
Pingback: Goede voornemens + nieuwjaarsbloghop met winactie – Boston, baby!