Het stof is neergedaald en de bagage iet of wat gesorteerd. De jetlag is verteerd, samen met een goeie portie mosselen met frietjes, lekker brood en vers vleesbeleg, de beste chocoladekoek EVER, en véél snoep allerhande.
Voldoende rust en ruimte om terug te kijken naar de meest hectische dag van het jaar – tot dusver dan. 21 juli. De laatste dag in Boston.
Om die dag, die een week leek te duren en toch vooruit vloog als een specht op speed, te beschrijven, is één woord voldoende: CRAZY! Het is van een examenperiode in ver vervlogen tijden geleden dat ik nog zo gezweet heb van de stress.
We begonnen ’s morgens vroeg met het opruimen en uitzoeken. We hadden al ingezien dat we behoorlijk streng zouden moeten sorteren in kleren en speelgoed en… in alles eigenlijk, om alles in onze koffers te krijgen. Icelandair biedt aan transatlantische reizigers de optie om 2 grote koffers per persoon (tot 23 kg) mee te nemen. Wij kochten ook een stoel voor ons ventje, vooral om wat meer comfort te hebben, al zat hij op onze schoot. Met ons drietjes konden wij ons dus 6 grote koffers veroorloven. Daarbij kwamen de 3 trolleys van de handbagage. En na onze eerste schifting besloten we nog 1 extra grote koffer mee te nemen.
Voor alle wenkbrauwfronsers: bedenk wel dat wij àlles in te pakken hadden. Onze kleren, van zomerkleren tot de grote dikke donzen jassen die we hier hebben gekocht. Van sportschoenen tot stevige stappers tot sandalen. Lakens, dekentjes, bad- en keukenhanddoeken. Laptops, fototoestel, radiootje, en alle opladers en elektrische draden die je gemiddeld in huis hebt. Een groot deel van het speelgoed, van blokjes tot muzikale werkbankjes. Ik lijst het nu wel mooi op, maar het bleek dat ook wij dit VOL-LE-DIG onderschat hadden.
Maar goed, de laatste dag dus. Om 11u kwam Ursula langs, een kennis van me, die zo vriendelijk was ons haar hulp en auto aan te bieden voor de laatste verhuis. Want hoewel manlief het vorige weekend het grootste deel van de meubels uit elkaar had gevezen en naar onze gehuurde opslagruimte had gebracht, waren er toch die laatste spulletjes, waarmee we de voorbije dagen hadden gekampeerd: twee opklapstoelen, wat potten en pannen, een dun matrasje, één lampje… het nam nog behoorlijk wat plaats in. Om concreet te zijn: 95% van de vrije ruimte in haar auto. Met de stofzuiger op mijn schoot reden we naar de opslagplaats. Daar was ik o-zo-blij met de uren die ik vroeger aan Tetris heb verspeeld, want we kregen er alles nét in. Ook de fles champagne die we aan onze Deense kopers lieten om hen te verwelkomen in de stad die ons een jaar een thuis bood. (Dat was ook een pragmatische zet, als ik eerlijk mag zijn. Vreemd hoeveel flessen drank je krijgt op een afscheidsfeestje, terwijl het toch duidelijk is dat die niet mee over de plas gaan en wij de laatste dagen in Boston niet wilden doorbrengen in een staat van permanent delirium).
Na een stop in een supermarkt, startte Ursula’s auto niet meer. Gezien de to-do-lijst van de dag, zat er niets anders op dan afscheid nemen op de parking en te voet naar huis wandelen. Waar Het Grote Inpakken kon beginnen. Eitje, volgens manlief. Alles lag immers al òp de koffers. Alleen raakten die niet snel dicht. Wat volgde, was een urenlange dans van inpakken, uithalen, proppen, afwegen, wegleggen, …het leek eindeloos. Steeds meer spullen belandden op de ‘hier laten’-stapel. En nog geraakten de koffers niet dicht. Ondertussen diende ons ventje natuurlijk ook geëntertained te worden, want hij vond het allemaal maar raar en wilde liever rondlopen dan op een koffer zitten. De temperatuur rees met de wijzers van de klok, letterlijk en figuurlijk.
Ik moest het geleende reisbedje nog terugbrengen naar een kennis, en nam een Uber om er sneller te geraken. De modem moest nog terug naar de winkel, maar de overbuurvrouw bood aan dit in orde te brengen. Ja, enter onze overbuurvrouw, Maleia. Onze reddende engel.
Maleia’s verhaal is lang en aangrijpend. Kort gezegd: zij verhuisde een halve week voor onze laatste dag naar het appartement tegenover ons, en had meubels nodig. Jammer dus dat wij haar alleen nog maar onze zetel konden verkopen, want die verhuis naar de andere kant van de gang was nét iets makkelijker. Zij blijft een jaar in Boston, om met haar jongste dochtertje van 7 maanden dichter bij het kinderziekenhuis te zijn. Want Caroline heeft een potentieel dodelijke aandoening, die twee jaar geleden ook al het leven kostte van haar broertje.
En toch was Maleia een vrolijke, lieve vrouw, die aanbood ons vuilnis weg te brengen, de achtergelaten kleren te sorteren en weg te geven, en zelfs – omdat we in complete tijdsnood raakten- de koelkast leeg te maken. Ze hield zich bezig met ventje toen wij rond 17u steeds driester dingen uit onze stapels begonnen te trekken om achter te laten, meer en meer overtuigd dat we dat vliegtuig nooit zouden halen. Dat onze chauffeur die we op voorhand hadden geregeld, en die ons om 17u45 zou ophalen, om 17u40 sms’te dat hij een platte band had, hielp hoegenaamd NIET. Maar Maleia bleef rustig en verzekerde ons dat zij alles zou regelen, wat wij niet geregeld hadden gekregen. Ik vond het vreselijk om ons appartement in zo’n staat van chaos achter te laten, ik kon wel janken, maar er zat niets anders op. Maleia krijgt nog een gigantisch pak Belgische chocolade opgestuurd als bedankje.
We hadden uiteindelijk twee taxi’s nodig om onze berg spullen naar de luchthaven te krijgen. Die berg? Zeven grote valiezen, vier handbagage trolleys, twee rugzakken, een grote luiertas, een buggy en een autostoel. Ik zat alleen in de tweede taxi en stortte mijn hart uit bij de vrouwelijke chauffeur. Ik had een half uur tot aan de luchthaven om te stoppen met trillen.
Dat bleek voldoende. Een vriendelijk klapke met de dame aan de incheckbalie en een lachje van ons ventje, en we moesten maar voor één extra koffer betalen (de extra trolley werd door de vingers gezien). We raakten vlot door de security, konden zelfs nog een pizzaatje eten en stapten gepakt en gezakt op het vliegtuig. Dat half uur vertraging kon me zelfs al niet meer schelen. We hadden het gehaald. Wat we achterlieten, zijn maar spullen. Spullen zijn te vervangen. Herinneringen niet. En die zijn ongelimiteerd mee te nemen.
De Boston skyline is heel mooi, ook ’s nachts. Ik keek uit het raampje, dan naar manlief. Dat was het dan, lieve schat. Wat een crazy dag. Wat een crazy jaar. Maar wat een avontuur.
Pingback: Shoe stories- part 1 – Boston, baby!
Pingback: Vertrek naar Centerparcs met de héle familie – Boston, baby!