Tijdens het opruimen bij mijn papa thuis, verscheen er een klein, plastic fotoboekje.
Er zaten vakantiefoto’s in die we geen van allen ooit gezien hadden. Kleine, vage opnames van lang vervlogen tijden. Mijn neef herkenden we direct, die is echt niet zoveel veranderd. En amai, zijn oudste zoon lijkt nogal op hem zeg!
Mijn tante was ook meteen gespot. Mijn oom… niet zo duidelijk, maar het zal hem dan wel zijn, aangezien mijn tante er was. En die laatste persoon – is dat ons ma?
Mijn zussen twijfelden. ‘Ze lacht zo anders!’. ‘Ja, maar ze zal nog geen 40 geweest zijn! Ze had haar eigen tanden nog!’.
Een paar kiekjes later was ik er zeker van – die persoon met kort bruin haar, een coole bootcut jeans en een lichtblauwe ‘dikke frak‘, dat is mijn moeder!
Soms krijg ik heimwee, naar een tijd toen ik er zelfs nog niet was. Maar dan denk ik aan wat ik ooit las. Over dat tijd niet lineair is, maar dat alles eigenlijk tegelijk gebeurt. Alleen niet op dezelfde plaats.
Ik vind dit zo een troostend concept. Dat ik ergens anders op dit moment net geboren word. Dat we ergens anders op dit moment op zondagochtend koffiekoeken eten thuis. Dat ik ergens anders op dit moment ‘ja dat wil ik’ zeg tegen mijn man. Dat ik ergens anders op dit moment mijn groottantes voorlees uit Agatha Christie. Mijn jongens voor het eerst zie.
Dat er ergens anders, op dit moment, een versie van mijn mama loopt, een jonge dertiger, nog voor ze mijn vader leerde kennen, nog voor wij er waren. Gewoon, gelukkig, op vakantie in Oostenrijk, in frisse kleren, met familie.
Ik kreeg er alleen een onverwachte blik op. Een korrelige, floue blik. Wat fijn.
