First battle

18292-Seneca-Quote-We-suffer-more-often-in-imagination-than-in-reality

We zien vaker af in onze verbeelding, dan in de realiteit.

Wow. Een waarheid als een koe, me geserveerd door manlief, die het best toepasselijk vond.

Ondertussen zijn we bijna een volledige chemocyclus verder. De eerste week is de week waarin ik drie dagen word opgenomen in het ziekenhuis, en daar continu aan een infuus hang. De tweede week kan ik het infuus, dat dan maar 50 minuten duurt, gaan halen op de oncologische dagzaal.

Omdat de rommel altijd intraveneus wordt toegediend, kreeg ik een PICK – katheder; een soort poortje in mijn rechterbovenarm die mijn aders moet sparen, maar de hele behandeling lang zal blijven zitten – dus ook als ik thuis ben.

Die eerste dag ziekenhuis, ik kan daar kort over zijn: tweede ergste dag van mijn leven. Het is dankzij mijn lieve familie dat ik nooit schreeuwend naar buiten ben gevlucht.

Toen ik aan het operatiekwartier zat te wachten om die katheder in mijn arm te laten steken, bibberde ik zo wat uit mijn stoel van de zenuwen. Ik zat daar te wachten naast manlief en hoopte vurig dat ik zou wakker worden uit de nachtmerrie. Vlak naast ons lag een oudere dame die na wat mopperen over de kou en de wachttijd, vertelde dat ze al maanden aftelde naar haar rugoperatie.

Ze hoorde dat ik een katheder kreeg en vroeg niet verder. Ze zei alleen maar, met een sappig Limburgs accent: ‘maar dat komt goed. Want kijk wie naast je zit. Je hebt nog een heel leven vol leuke dagen met die man’.

Ze zei het met zo een zekerheid. Alsof het een stelling was.

En ik dacht: ‘misschien krijg je echt de mensen op je pad die je nodig hebt’.

En hoewel ik nog steeds erg zenuwachtig was, ging het plaatsen van de katheder vlot en heb ik er amper iets van gevoeld.

De eerste week van de behandeling is duidelijk de zwaarste. Na de thuiskomst op woensdagavond heb ik naar mijn gevoel drie dagen geslapen. Ik had het fijne gezelschap van onze katjes maar voelde me als in een winterslaap.

Na een paar dagen trok de mist op. En kwamen er betere momenten. Wakkere dagen. Dagen samen met de familie. En hier en daar een dutje.

Dit hele gedoe is mindfulness with a vengeance – in het moment blijven is een must, van zodra ik iets verder kijk, krijg ik het Catalaans benauwd. Het niet kunnen plannen is echt een uitdaging voor mij. Ik vind de bezoekjes en telefoontjes zo geweldig, maar ik kan niet voorspellen wanneer het daar pakweg volgende week een goed moment voor is.

De meest gehoorde vragen en opmerkingen deze week:

  • Hoe gaat het? Tja, dat hangt heel erg van het moment af, maar dank je om het te vragen.
  • Hoe lang duurt deze behandeling nu? Mijn grote angst en frustratie, maar dat weten we nog niet. Alweer is het antwoord, tot mijn HCG op nul staat, en dan nog zes weken. Zucht.
  • Heel moedig van je. Goh, dat lijkt me wat te veel eer. Ik heb geen keuze. Er zit meer ‘moet’ in dit verhaal dan moed. En dat ik zoveel steun krijg, maakt je ruggengraat wel wat steviger.
  • Ben je moe? Dat kan ik me voorstellen. Ach nee, lieverd, dat kan je niet. En dat is helemaal OK zo. Ik ben blij dat je het je niet kan voorstellen.

De volgende berg dient zich aan. Opnieuw die hospitalisatie en het dreigende afscheid van mijn lange krullen.

Ik ga naar het ziekenhuis en ik neem mee

Een laptop

Een sjaaltje

Alle moed die ik bijeen kan schrapen.

 

12 gedachtes over “First battle

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s