Een tijdje terug las ik een artikel waarin de vraag werd gesteld waarom stormen en orkanen altijd vrouwennamen krijgen. Hier zijn ze er in elk geval van afgestapt, want vorig weekend maakten we kennis met Jonas, de sneeuwstorm die een groot deel van Midden- en Oost-Amerika van een wit tapijt voorzag.
Mensen werden opgeroepen hun generator in de aanslag te houden, voorraden in te slaan en vooral binnen te blijven. Boston lag gelukkig enkel op de grens van het sneeuwfront, bij ons begon het op zaterdagavond te sneeuwen en lag er zondag zo’n 15 cm te blinken onder een staalblauwe hemel met zonnetje.
Geen stormtaferelen dus zoals elders in de States, of zoals hier vorig jaar. Iedereen die we hierover al hoorden, spreekt van de ergste winter in 50 jaar.
Het begon te sneeuwen in januari/februari en elk weekend was er wel een storm, wat al snel opbouwde naar sneeuwhopen van anderhalve tot twee meter hoog. Mensen zijn echt getraumatiseerd, zijn waarschijnlijk nu nog in hun slaap aan het sneeuwscheppen (want: na elke sneeuwval heb je maar een beperkt aantal uren om de stoep vrij te maken… it’s the law).
De foto’s van vorige winter zijn behoorlijk hallucinant: mensen die in witte gangen lijken voort te bewegen, waarvan je alleen de bovenste helft, in een donzen jas geduffeld, boven de sneeuwmuur ziet uitkomen.
Mensen naast een witte berg, hun auto. Auto’s die moeten uitgegraven worden. Die mensen waren op weg naar hun werk. Want de stad valt niet stil omdat er een sneeuwvlok is gespot. Het openbaar vervoer blijft rijden, en het aantal sneeuwdagen voor scholen is in die drie maanden dat alles letterlijk ondergesneeuwd was, beperkt gebleven tot zes. Dus die 15 cm dit weekend, met temperaturen die met het vriespunt flirten… tja, dat is bijna strandweer voor de inwoners van New England he.
Wij toch blij dat we ons ook al donzen jassen hebben aangeschaft. Ik had er namelijk coupons voor*.
*Hey niet lachen, de jas van manlief, 450 dollar zo maar even, heeft er nog 85 gekost!