Zaterdagochtend.
Het is donker. Donker in de kamer. Donker in de living. Donker buiten.
Toch is Kleine broer onverbiddelijk. ‘We‘ zijn wakker. Hij mag voor zichzelf spreken. Deze mama krijgt met moeite een half oog open.
Om de rest van de mannen niet wakker te maken, neem ik hem toch mee naar beneden. Ik plof in de zetel. Manlief is gisterenavond vergeten de lichtjes van de kerstboom uit te doen. Een deel ervan flikkert vrolijk.
Het is stil in huis. Het is stil buiten. Kleine broer zucht diep. Hij kijkt naar de lichtjes, steekt zijn duimpje in zijn mondje en zakt onderuit, tegen mij aan.
Zijn slaapzakje is warm en zacht. Hij ook. Ik aai hem over zijn blonde bolletje.
We kijken samen naar de lichtjes. Aan – uit- aan- uit – afwisselend flikkerend – wilde polonaise – zachtjes feller worden… eigenlijk vind ik dat allemaal too much. Maar vanmorgen is het wel fijn.
Om hier zo te zitten, met mijn kleinste ventje, dat wondertje. Dat dat kan. Samen naar de lichtjes kijken.
Buiten is er crisis, corona, verdeeldheid.
Binnen – is alles goed.

Binnen is vaak alles goed. Binnen is al een paar jaar mijn redding. (niet enkel binnen eh, dat zou triestig zijn…maar ik vind het fijn om me terug te trekken binnen mijn gezin).
mooi tafereel dat je beschrijft!
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je!
LikeLike