Run mommy run

Ik heb een vreemde relatie met joggen. Love to hate it/hate to love it, zoiets.

In het middelbaar was het wel duidelijk: ik zou wel gék zijn die martelarij vrijwillig te ondergaan. Elke maand september weer hetzelfde liedje: bij de les lichamelijke opvoeding moesten we gaan joggen in het park nabij de school. Er werd  geen enkele uitleg gegeven over de beste ademhalingtechniek, opbouwen van tempo, wat te doen bij een steek in je zij, of wat dan ook. Nee, hier is de start, zo loopt het parcours en als je onder de zoveel minuten loopt, ben je er net door.

Waarom dat precies in de maand september moest gebeuren, na twee maanden inactiviteit, het is me een raadsel. Mijn conditie was ongetwijfeld stukken beter in juni dan in september. Bovendien lag dat hele pad vaak al bezaaid met kastanjes of takjes, waardoor het een aanslag op je enkels werd. Waarom dat 2400m moest zijn, weet ik ook niet. Wel dat ik er alles aan deed om een voldoende te halen, alles wat me op dat moment leek te helpen: ik had zakdoeken bij omdat een snotneus natuurlijk de ademhaling verstoort (een ademhaling die kan omschreven worden als “locomotief die klinkt als stervende zeehond”), ik had chocola mee, en druivensuiker, voor die bekende dip na 1750m (je weet wel, het moment waarop de suikers in je lichaam zijn opgebruikt, hum hum),

Weinigen eindigden trouwens op tijd. Het ziekteverzuim lag die maand enorm hoog. We kregen extra punten als we elke les hadden meegelopen. Opeens werd inzet ook een factor.

Elk jaar dacht ik in oktober: nooit of van m’n leven ga ik voor de lol lopen. Wie doet zichzelf dit nu aan? Zoooooooooot!

Een kleine 10 jaar later. Ik vraag aan mijn kinesist wat ik moet doen om na mijn knieoperatie met een gerust hart te kunnen gaan skiën. Joggen, zegt hij. Zwaar voor de knieën, en dus ideaal als training. Ik wilde dat skiën écht. Maar met een gehechte kruisband en uitgerekte ligamenten, en de drie maanden stil zitten die erbij hoorden, was het traag opbouwen. Vaak hoorde ik mensen praten over Start to Run, ik kan je verzekeren, dat kon ik toen echt niet. Maar samen met een vriendin lukte het om, na ongeveer zeven maanden, voor het eerst 5 km te lopen. Ik klonk niet als een stervende zeehond, zelfs niet als een niet-rokers-zeehond. Hoogstens als een iets te enthousiaste yogi.

We gingen skiën en ik had nergens last van, niet van de knie en niet van de stress daarover.

Enkele maanden later liepen we 8 km. Een jaar na de 5, volgde de 10.

Nog een jaar later, na wat ups en downs, en na intensief trainen, liepen we 16 km in 100 minuten. 1uur40, terwijl ik nog zo fier aan mijn kinesist had verteld dat ik aan 7 minuten zat (en eigenlijk was het toen 6, maar ik wou wat stoefen).

We zijn een paar keer ‘teruggevallen’, daar niet van. Maar 5km kon ik altijd wel makkelijk aan. ‘Die eerste vijf zijn de moeilijkste’, zei ik aan iedereen die net begon. En het was fijn om te joggen, om je gedachten vrij te maken, ik kwam op de beste ideeën en de mooiste teksten op die boswegels.

Ondertussen is er veel gebeurd. Goeie en minder goeie dingen. Die  5 km was al lang niet meer vanzelfsprekend…En ik deed er alweer lang over om op te bouwen, heel lang. ’t Was vaker doorbijten dan ik misschien wil toegeven. Het was ook lang niet leuk.  Die eerste vijf zijn de moeilijkste, dat klopt… Hoe irritant als iemand dat zegt, zeg (sorry daarvoor dus).

Maar dit weekend had ik die 5 wel weer in de benen! Na zo’n 3 jaar! Hoera!

5000 m de goeie kant op.

38543-john-bingham-quote-if-you-run-you-are-a-runner-it-doesn-t-matter

3 gedachtes over “Run mommy run

  1. Pingback: Start to run. Again. – Boston, baby!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s