It will be in the twenties.
Na acht maanden aan deze kant van de oceaan, pik je al eens wat taalkruimels op. Nee, de twenties in kwestie refereren niet naar een jeugdige leeftijd. Het gaat ook niet over het volgende decennium van de eeuw. Het gaat over sjaals en wanten.
Nul graden Celsius staat gelijk aan 32 graden Fahrenheit. Een temperatuurtje ‘in de twintig’ betekent vriesweer. De omzetting van Celsius naar Fahrenheit is belachelijk complex – naast onze oven hangt dan ook een tabelletje en bij het bespreken van het weer heb ik enkele richtgetallen in het hoofd (32= 0°C, 50= 10°C, 68= 20°C etc). Mij gaan ze niet meer liggen hebben! (Al is het problematischer wanneer je Amerikaanse recepten wilt gebruiken in België. Iedereen die ooit een lasagne probeerde af te bakken op 350°C , zal dit beamen).
Zoals wel vaker het geval is met eenheden in de US, is de temperatuurschaal van mijnheer Fahrenheit niet meteen opgebouwd uit standaard referentiepunten. Het nulpunt, 0° F, werd verkregen door de thermometer in een mengsel van ijs, water en ammoniumchloride te plaatsen. Persoonlijk nog nooit geprobeerd. Het tweede referentiepunt was 32°F, wanneer water bevriest. Een derde punt was 96°F, de lichaamstemperatuur van een gezond persoon (maar welke persoon? Ochtendmens? Avondmens? Warmbloedig? Voor de koffie? 96°F komt overeen met 35,5°C).
Water kookt op 212°F. Zo liggen er 180°F tussen het bevriezen en het koken van water (212 – 32). De schaal is bijgevolg bijna 2 keer zo ‘breed’ als die van Celsius, waar er maar 100° ligt tussen het bevriezen en koken (OK, ik weet dat het allemaal verwarrend kan lijken, maar als dit laatste als een verrassing komt, is het tijd voor caffeïne). Ik hoorde een wetenschapper dan ook beweren dat hij Celsius nogal ‘beperkend’ vond. Fahrenheit was zo veel preciezer. Toch logisch?
Zo logisch als het weer in Boston. Donderdag was het bijna 70°F. Zondagochtend vielen donzige sneeuwvlokjes uit te hemel. Monday it will be in the twenties.