Babytaal kent iedereen. Dat gaat van babababa naar brr brr brr en wordt uiteindelijk een woordje, nog een woordje, een zinnetje…tot een niet aflatend gekwebbel – we kunnen de genetische kant uiteraard niet ontkennen. (Wat dat eerste woord betreft: we duimen nog voor ‘mama’ of ‘papa’ en niet ‘bumba’).
Maar met mama en papa worden, komt ook een hele nieuwe vocabulaire kijken. Een mens kan niet verwachten daar meteen vlot in te zijn. Vandaag les 1 in moeder-taal.
P90: Wanneer je bij het bestellen van een verjaardagst-shirt beseft dat de maat ’12 maanden’ 12 weken geleden al te klein was.
Moederschapsrust: contradictio in terminis, van dezelfde aard als ‘chocoladedieet’ en ‘gezondheidschips’.
Relativiteitstheorie toegepast op moederschapsrust: Als je aan het werken bent, lijkt 15 weken thuis een eeuwigheid. Tijdens die 15 weken ben je 1,5x langer wakker dan gemiddeld. En toch flitsen ze voorbij met een pittig WHOESSHHH-geluidje.
Tijd blijkt in dit verband wel vaker verkeerd aangegeven, denk maar aan ‘verlossings-kwartier’ (heus, meestal meer dan 15 min. Meld dit aan manlief als hij de parkeermeter moet vullen).
Babyblues: van hetzelfde genre als baby-pop (kan vaak de ogen sluiten en ‘mama’zeggen) en baby-rok (voor meisjes of Schotse jongetjes).
Borstvoedingskussen: smakkerds gegeven voor, tijdens of na etenstijd.
Luierkussen: iets minder actief dan bovenstaand exemplaar.
Borstvoedingsmaffia: probably making you a bottle you can’t refuse.
Iemand heeft een Capo van de Leche League over de vloer gehad….
LikeLike