Haar verhaal/hair story

quote

Mag ik vandaag vertellen over vroeger? Mag ik vertellen over iets dat mogelijk heel banaal klinkt?

Ik wil het hebben over mijn haar.

Iedereen heeft iéts, een eigenschap, een fysiek kenmerk. ‘Die met die blauwe ogen. Die met de sproetjes.’ Het is onlosmakelijk met die persoon verbonden. Ik ben ‘die met de krullen’.

Ik heb er geen verdienste aan. Het is genetica in een zuivere vorm. Als je mama krullen heeft, en je papa krullen heeft, dan zit de kans er in dat jij ook krullen hebt. Dan is er nog zoiets als ‘heterosis’ (waarbij de eigenschap van beide ouders nog versterkt wordt bij de kinderen), en dan heb jij héél véél haar, en héél véél krullen.

Die krullen maakten dat ik een objectief schattig kleutertje was. Later werd het minder schattig. Toen werd de bos moeilijk te temmen, waren vergelijkingen met de Jackson Five niet geheel onterecht. Leek het vooral iets waardoor ik ‘anders’ was, op een leeftijd dat ik daar geen boodschap aan had. Waarom had ik zo een weerbarstig haar, waar geen speld of spray tegenop gewassen was?

En ja, mensen die anders zijn – die worden wel eens gepest.

Weet je wat mijn bijnaam werd, blijkbaar van toepassing op iemand die met een krullenbol rondloopt? Wat me dag na dag werd nageroepen, zelfs door jongeren die me helemaal niet kenden?

Bloemkool.

Nu lijkt het me gewoon zo gek dat ik waarschijnlijk in lachen zou uitbarsten en de vergelijking met een ongelooflijk veelzijdige en lekkere groente niet eens zo erg zou vinden. Op mijn 13de/14de daarentegen, was ik ervan overtuigd dat ik zowat het lelijkste schepsel was dat de aarde ooit mocht bewandelen sinds het monster van Loch Ness. Ik had uitzonderlijk haar, en dat was uitzonderlijk raar. Ik was uitzonderlijk raar.

Mijn aanpak? Conformeren. Ik overtuigde mijn moeder dat ik er genoeg van had en liet mijn haar twee jaar lang steilen door een Brusselse kapper die graag wilde testen of bepaalde chemische producten ook Europees haar konden ontkrullen. Het betekende een drie uur durend kappersbezoek, elke 4-6 weken, waarbij op bepaalde momenten drie mensen tegelijk aan mijn hoofd werkten. Daarna kon ik mijn haar niet wassen, en ook regen en vochtigheid in het algemeen was de vijand.

Het regende wel complimentjes. Maar elke keer iemand me zei hoeveel beter ik er nu wel uitzag, met steil haar, voelde het toch niet helemaal goed. Dit was ik niet, of niet helemaal.

Op mijn 16de had ik voldoende zelfvertrouwen bij elkaar gesprokkeld om me achter het credo ‘ze moeten me maar nemen zoals ik ben, en anders pech voor hen’ te scharen. Ik zwoer de kapper af, liet mijn haar langer groeien en liet het krullen zoals het wilde. Het was nog steeds weerbarstig en de speldjes vielen er nog steeds helemaal misvormd uit, maar dat kon me niet schelen. Ik vond een paar kapsels die lukten, en verder gaf ik het vechten op.

En de twintig jaar die daarop volgden, was ik de eerste om tegen te pruttelen als iemand orakelde dat mensen met steil haar krullen willen, en mensen met krullen steil haar. No way José! Nee, ik vond het grappig dat de paardenstaart die ik wilde schenken aan ‘Kom op Tegen Kanker’ niet in de voorbestemde enveloppe paste, ik was fier dat mijn trouwkapsel uniek was omdat mijn vriendin/kapster nog nooit iemand onder handen had genomen met zoveel haar, dat de dermatologe haar ogen uitkeek en ik glimlachte als de nieuwe collega na een tijdje onvermijdelijk iets zuchtte als: ‘Nog nooit iemand gezien met zo’n krullen’.

Dus ja, als dan blijkt dat je je krullen vaarwel moet zeggen, dan is dat een harde dobber. Je haar is een deel van je identiteit, en bij mij geldt dat misschien meer dan gemiddeld. Het is eng. Het is angstaanjagend. Het is een berg. Ook al weet je dat alles opnieuw zal groeien. Of neen, het kan ook dat je haar ‘anders’ terugkomt, steil bijvoorbeeld. Toen ze me dat zeiden, moest ik even grijnzen.

Mijn krullen, die plaats ruimen?

Don’t count on it.

Weerbarstig, weet je wel.

IMG_1579

8 gedachtes over “Haar verhaal/hair story

  1. Pingback: Bostonbaby doet van 10 naar 1 – Boston, baby!

Plaats een reactie