Ik las over het ‘eerste-nacht-effect’ op vakantie. Je denkt ‘eindelijk, eindelijk, relax, lekker slapen’ (of je bent ouder van een baby/peuter en je denkt, ‘lekker slapen, ik laat het lichtje in de keuken branden want ik kan hier nog niet blindelings een flesje maken om 4u ’s nachts’).
Blijkbaar is het wetenschappelijk bewezen dat je die eerste nacht in een vreemd bed vaak niet fantastisch slaapt. Als een vogel of een walvis blijft de helft van je brein actiever, om mogelijk gevaar op te sporen. Bij mij resulteerde het in elk geval in ingewikkelde en uitgebreide dromen, maar ik heb dan ook altijd al geweten dat ik een vogelbrein heb. Ik zou bijna zeggen, als een kip zonder kop, maar goed, die heeft dan weer net géén vogelbrein.
Ik heb echter nog nooit iets gelezen over het ‘eerste-dag-effect’. Die eerste keer ontbijten met het vers stokbrood dat man- en zoonlief zijn gaan kopen in alle vroegte, terwijl ik nog een klein beetje mocht verder slapen. Dat eerste kopje koffie op het terras.
Het strand op wandelen met 15 kg peuter in de draagzak op je rug, dat gevoel de zee terug te zien, hallo, oude vriend. De lucht blauw met wolkjes, behalve waar de vliegers kleuren.
Mosselen gaan eten, natuur natuurlijk. Een blos op je neus voelen. Een dutje doen. De zeebries als haardroger gebruiken.
’s Avonds knispert de vloer van je appartementje onder je blote voeten. Het universele gevoel: dit was een mooie dag.
Mooie overpeinzing
LikeGeliked door 1 persoon