Vrijgevigheid. Liefdadigheid. Het blijkt belangrijk in de Verenigde Staten. Heel wat research wordt gesteund door giften. Er bestaat een hele marketing rond. Soms is dat wat aan de overdreven kant. Een paar maanden geleden hebben we 50 dollar gestort voor het kankeronderzoek, en ik overdrijf niet als ik zeg dat we daarover ondertussen zes brieven hebben gekregen. Om ons te bedanken. Om ons adresstickertjes toe te sturen. Om ons nog maar eens te vragen misschien wat meer te storten. Om ons een persoonlijk verhaal van een patiënte te sturen, die geholpen door onze gift, nu richting genezing kan klauteren. Dan willen we toch nog wel eens storten?
Ik koop in België ook wel een sticker van het Rode Kruis en een plantje voor Kom op tegen Kanker, maar hier wordt dit alles naar een ander niveau getild. Er worden bake sales georganiseerd, loop- en wandelwedstrijden, pick nicks – allemaal voor het goede doel.
Tja, wij blijven daar niet ongevoelig voor. Wij willen ook mensen helpen. Wij willen ons inzetten, jazeker, wij steken de handen uit de mouwen.
Dus gingen we vorige week naar de Scooperbowl. Nee, niet de Superbowl (de American football-finale), de Scooperbowl. Een ‘scoop’ is een schep. Van ijscrème.
Het is een evenement waar zes roomijsverkopers verschillende smaken aanbieden. En waar je voor 10 dollar à volonté van het ene naar het andere kraampje mag dwalen, van ‘zomerse kers’ naar ‘cookies and cream’, van ‘zoute karamel’ naar ‘Belgische chocolade’ en ‘blauw knispersnoep’… alles werd aan een grondig onderzoek onderworpen. Mijn absolute favoriet bleek ‘Butter crunch’ – een rijke smaak als een zachte boterkaramel waar hier en daar een knapperig nootje te ontdekken viel. Jep. Alles voor het goede doel. Mijn hemel is verdiend.