Vrijdagnamiddag, een week geleden. Het weekend lonkt, maar er moet nog een paar uur overbrugd worden. Maar het was een zware week, het energiepeil zakt.
Op zo’n moment hoor je je naam. Eerst zachtjes, bijna fluisterend. Je denkt, huh, verbeeldde ik het me?
Dan iets luider, met de nadruk op de klinkers. Je kijkt nog eens om. Ja, ik hoorde echt iets.
Dan bijna zingend, steeds luider, tot je euro valt: ik word geroepen! Het komt vanuit de keuken!
Als je het probeert te negeren, wordt het zingen steeds luider, tot het oorverdovend wordt en tussen je oren davert. Niets aan te doen: de paaseitjes roepen je naam.
Eentje maar, eentje maar, houd je jezelf voor.
Maar dan… de keuze. De blauwe? Is blauw niet meestal praliné? De gouden? Is er eentje waar het papiertje al een beetje af is, zodat je een glimp kan opvangen van de inhoud?
Als het maar niet gevuld is met zo’n slijmerig wit spul. Verder ben je niet moeilijk. Nu ja, liefst ook geen fondant. Of pistache. Tenzij met nootjes. Dan kan het wel.
Je kiest er eentje, verwijdert het papiertje met snelle vingers en denkt ‘MELK! SCOREN!’ en neemt een hapje…. in één of andere veel te zoete vulling. URGH! Het weekend lijkt opeens nog verder weg!
Deze ellende kan nu vermeden worden! Hieronder het belangrijkste dat je dit paasweekend gaat leren, of toch minstens afprinten en ophangen.
Bedankt Libelle voor deze ontcijfering!
Haha, je bent de 2e die dit post! 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
Oei tot zover de originaliteit… Maar t Is zo een belangrijk thema 😉
LikeGeliked door 1 persoon
Absoluuf!! 🙂
LikeLike