Een zwarte kamer in mijn hoofd

Er zit een zwarte kamer in mijn hoofd.

Of nee.

Als ik heel eerlijk ben, zit die waarschijnlijk veertig centimeter lager.

De deur van die zwarte kamer hou ik het liefste dicht.

Niet dat die niet open kan. De deur opent net heel gemakkelijk. Soms lijkt het alsof het slot maar niet wil werken. Soms lukt het om alles wekenlang netjes gesloten te houden. Soms lijkt een zuchtje al genoeg.

In die kamer zit 23 november 2007.

Alles van 23 november 2007. Vanaf het telefoontje om 6 uur ’s morgens, tot de donkere, slapeloze nacht die erop volgde.

Ik weet met moeite wat ik een week geleden heb gedaan, of wat ik gisteren at, maar ik kan je verzekeren: in die kamer zit 24 uur, haarscherp weergegeven in 3D, met beeld, geluid en hier en daar een geur. Koffie. Mijn auto. Haar parfum.

Ik hou die deur heel graag dicht. Want de kilte van die kamer snijdt mijn adem af. Knijpt mijn keel dicht. Hier is geen verwerken, hier krijgt niets een plaats, hier wordt niet geheeld want alles is scherven.

Ik wil daar niet zijn.

Ik wil op al die andere dagen zijn, 27 jaar van dagen die geen pijn doen, waar er gebabbeld werd en gelachen en gedanst in de keuken en koffiekoeken gehaald en getroost en geknuffeld en verhaaltjes en gedichtjes voorgelezen en rebussen verzonnen.

Dáár blijf ik even hangen. Dat probeer ik toch. De kamer gaat weer dicht.

Na twaalf jaar (hoe kan het twaalf jaar zijn? 12? Hoe?) oefenen, lukt dat steeds beter.

Ik ben dan ook een doorzetter. Dat heb ik van jou.

Dank je wel daarvoor, mama. En voor al de rest.

15 gedachtes over “Een zwarte kamer in mijn hoofd

  1. Pingback: Koffie Klasj- november '19 – Boston, baby!

  2. Pingback: 500 keer Boston Baby | Boston, baby!

Plaats een reactie