Zondag Zoondag #9: papadag

Ze liggen samen in ons bed en ‘doen alsof ze slapen’. Af en toe maakt manlief overdreven snurkgeluiden, wat keer op keer getrakteerd wordt op een klaterende schaterlach. Zoon kruipt over zijn buik, halverwege snuift manlief volleerd en besluit: even een pampertje verversen. Waarna de gekkigheid gewoon weer verder gaat.

 

Alles aan het tafereeltje doet me in een flits beseffen dat die man, mijn unief-liefje, een papa is. Hij is iemands vader. In een oogopslag, lijkt het wel.

 

We zaten samen op de banken van de universiteit, en hij was me in die zee van 360 man al opgevallen. Die knappe grote jongen met zijn blonde haren, knalblauwe ogen, en lange wimpers. Ik had het over hem tegen vriendinnen. We wisten nog niet hoe hij heette, dus we noemden hem Sven Svensson, vanwege dat bijna Scandinavische uiterlijk.

 

Niet veel later was het raak.

Ik wist van dag 1 dat hij een goeie vader zou zijn. We waren 19 toen we elkaar leerden kennen, en hij had er al een leven scouts en scoutsleider opzitten. Hij ademde rust en verantwoordelijkheid uit. Elk familielid was overtuigd dat hij een goede keuze was, na hem vijf minuten gesproken te hebben.

 

Maar goed, we waren wel studenten. En studenten leiden een studentenleven. Hij ging slapen om 3 uur en sliep een gat in de dag. Hij reed met een vriend naar het zuiden van Frankrijk, stond op een brug en sprong eraf, wetende dat de elastiek hem zou terughalen – om daarna meteen weer rechtsomkeer te maken en de nacht door naar huis te rijden.

Hij viel in slaap tijdens de dierkundeles, op de schouder van het meisje naast hem (die dat niet zo erg vond). Hij ontbeet nooit. Hij kookte zelden op kot, behalve om diepvriespizza met extra salami klaar te maken. Hij droeg t-shirts met reclameboodschappen van Frituur Rudy.

 

We leerden elkaar beter kennen. Na drie maanden was ik al zo zeker: dit is ‘em. Hij legde me uuuuuuren biochemie en informatica uit. Grote broer van drie zussen, wist hij wat (niet) te zeggen bij frustratie en niet-rationele boosheid. Hij vond het niet erg dat pastasalade het enige was dat ik kon klaarmaken. Hij bouwde mijn zelfbeeld op met een stevig fundament.

 

We bouwden een huis en namen twee katjes. We vertroetelden ze ontzettend. We gingen vaak en ver op reis, keken marathonsessie ‘House MD’, en genoten van alles wat kon. Hij vroeg me ten huwelijk en we vierden onze mooiste dag 11 maanden later. Ik vond het heerlijk hem eindelijk ‘mijn man’ te kunnen noemen. En we beseften dat we misschien ook wel iets anders wilden vertroetelen dan pluizige viervoeters.

 

Zoals zo vaak liepen plannen niet altijd helemaal volgens plan. Maar drie jaar later werd onze liefste jongen geboren. En die namiddag, opeens, werd die student die zijn haar blauw verfde voor een weddenschap, en dan naar het examen moest (oeps), die praeses was bij de ‘Foute t-shirt’-cantus, die me meenam om pitta te eten op onze eerste date, een vader.

 

Hij stond op die brug, tussen voor en na, en zonder twijfelen sprong hij. Er was geen elastiek.

 

Hij trok zijn t-shirt – dat ondertussen geen reclameboodschappen meer bevat- uit en hield dat bolletje baby tegen zich aan. Hij keek naar mij met een nieuw soort liefde, dan naar 3,5 kg gloednieuwe mens.  Ik had hem nog nooit zo gelukkig gezien.

Het plaatje klopte helemaal.

 

En zo werd dat leven dat we jaren met twee deelden, een leven met drie. Een leven waarin we soms ook om 3 uur (opnieuw) gingen slapen. Waarin studeren niet altijd het antwoord bood. Waarin routine van de baan werd geveegd.

 

Hij deed de marathonsessies rond de tafel lopen, in de hoop de krampjes te verjagen. De man die 6 minuten voor de les begon, uit zijn bed rolde, hij stond altijd mee op.  Hij viel in slaap tijdens ‘House MD’, met een baby op zijn schouder, en niemand vond het erg. Hij wilde updates over elke maaltijd die hij miste.

 

We verhuisden naar Boston, en opnieuw bouwden we een nieuwe routine op. Waarin hij een topjob had, en toch op tijd thuis was voor het badje (in een badkamer van 3 vierkante meter) en het bedje. Hij balanceerde tussen werk en gezin als een volleerd koorddanser. Hij liet ons nooit vergeten dat wij op 1 stonden.

 

Het had effect. Zoonlief is gek op hem. Na ‘bal’ was ‘papa’ het tweede woordje. Het waren en zijn vier handen op één buik.

 

Vind je dat niet erg?’, werd me soms gevraagd. Maar hoe kan ik dit erg vinden?

 

Die twee mannetjes van me, samen in een bed, aan het schateren, dat is zoals het hoort.

 

De familie Svensson, prettig gestoord.

 

Gelukkige vaderdag, mijn liefste schat.

Ik had me geen betere papa voor onze krullenbol kunnen dromen.

IMG_0363

12 gedachtes over “Zondag Zoondag #9: papadag

  1. Pingback: Mijn eerste blog award – en 11 weetjes over mezelf – Boston, baby!

  2. Pingback: Kerst Bloghop 2018 – Boston, baby!

  3. Pingback: 500 keer Boston Baby | Boston, baby!

Plaats een reactie