Er werd gebeld. Onze buurvrouw stond aan de deur met twee kleine schattige komkommertjes. Of we die konden gebruiken? Want hun plant deed het zo goed dat ze het niet meer konden bijhouden. En als ik basilicum wilde, mocht ik er zeker komen plukken, want een mens kan nu eenmaal niet op álles pesto eten (al zou ik het niet eens zo erg vinden dit uit te proberen).
Ik zeg altijd ‘ja’ als ze vragen of ik zelfgekweekte groenten wil. Want ik wil graag zelfgekweekte groenten, heel graag. Alleen… wil ik ze niet zelf kweken.
Ik twijfel hier over de keuze van het werkwoord. ‘Wil’ ik geen groenten kweken, of ‘kan’ ik het niet? Wil ik het niet omdat ik het niet kan, of kan ik het niet omdat ik het niet wil? Taalkundige, maar ook bijna existentiële discussie.
Ik heb namelijk gestudeerd voor plantendokter. Ik scoorde op vakken als Plantenplaagkunde, Theoretische plantenteelt en Veredeling. Ik haalde mijn hoogste cijfer ooit (19/20) op … Bemestingsleer (lachen toegelaten, ik vind het eigenlijk zelf vrij hilarisch).
Maar die groene vingers, die heb ik niet tussen de boeken gevonden. Noch in de serres, noch in het labo, noch op het veld. Enfin, figuurlijk bedoeld, hoe creepy zou het zijn mocht ik effectief groene vingers op een veld gevonden hebben. Urgh. Die maaidorsers eisen hun tol.
Een paar elementen spreken in mijn voordeel.
- Mijn kamerplanten gaan al meer dan 10 jaar mee. Zij overleven dus met gemak onder mijn hoede.
- Mijn planten op het werk staan altijd groen, in tegenstelling tot de meesten van mijn collega’s, die eerder van de krokante soort zijn.
- Het moet ergens in mijn genetisch materiaal zitten, want mijn vader heeft sinds jaar en dag een halve tuin vol zelfgekweekte bonsais staan.
Helaas spreekt de realiteit mij tegen. Mijn kruidenbak viel ten prooi aan droogte en de katten die ‘op de bieslook’ een ideale plek vonden om een dutje te doen. Na de winter scheen het er maar niet van te komen de boel eens op te ruimen – recent heb ik nu toch al het onkruid verwijderd. Het enige wat mijn gebrek aan actie overleeft, is de munt.
Dus toen ik een tijd geleden aan de kassa stond van de Albert Heijn en de kassierster me vroeg of ik kleine moestuintjes wilde, snapte ik het niet meteen. Maar ik zei toch ‘ja’, en al gauw had ik een zestal kleine kartonnen doosjes, met de instructies rond gewikkeld.
De doosjes beloofden het volgende te bevatten:
- Tuinkers
- Peterselie
- Tijm
- Rucola
- Kerstomaat
- Komkommer
Die bleven dan een aantal weken in een hoekje van de keuken liggen, tot ik met Hemelvaart besloot dat het tijd was voor actie – ik mengde water bij het droge blokje en maakte zo grond (voelde me een beetje god, want wie ‘maakt’ er nu grond?), vulde het kleine kartonnen potje tot drie vierde en legde voorzichtig het zaadmatje erop. Nog wat grond erover en klaar.
Als ik iets heb onthouden uit mijn cursussen, dan is het wel dat te veel water nog schadelijker kan zijn voor planten dan te weinig. Ik besloot geen risico te nemen, kocht een klein sproeiertje in de Action (eigenlijk voor haarproducten over je hoofd te verspreiden, maar ik laat me niet afleiden door details) en elke morgen en elke avond checkte ik mijn plantjes en kregen ze een kleine regendouche.
Na twee dagen kwam de tuinkers al piepen. Ik heb luidop ‘YES’ geroepen. Ik begon het wat te snappen. Ik keek er echt naar uit om ’s ochtends de potjes te checken. En ’s avonds na het werk nog eens. Als manlief proactief al water had gegeven, vond ik het stiekem een beetje jammer.
De vorderingen:
Gezaaid op 25 mei 2017
27 mei 2017
Na twee dagen kwamen tuinkers en rucola al piepen. Bij tuinkers groeiden de plantjes helaas niet door het zaadmatje heen, maar hing dat zaadmatje op de plantjes.
29 mei 2017
Na nog eens twee dagen kwamen komkommer en kerstomaat voorzichtig kijken.
31 mei 2017
Het duurde nog eens een dag voor er bij tijm enig groen te bespeuren viel. Ondertussen waren tomaat en komkommer echt helemaal in hun element geraakt en groeiden die bijna zienderogen.
Jammer genoeg hielden tuinkers en rucola het op dit moment ook voor bekeken. Peterselie deed helemaal niks.
Vandaag zijn dus vooral de kerstomaat, de komkommer en de tijm veelbelovend. De eerste twee zouden eigenlijk al mogen verpot worden (vanaf 4cm hoge plantjes, volgens de uitleg die erbij zat). Ik heb nog niet de ideale potjes in huis, maar dat zou deze week in orde moeten komen. Ik ben benieuwd… als je grond kan ‘maken’, kan je misschien ook groene vingers kweken.
Fingers crossed.
😃
LikeGeliked door 1 persoon
Die komkommerplantjes zien er al behoorlijk indrukwekkend uit! Veel succes nog met de moestuin en het kweken van groene vingers.
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je wel. Ja, die komkommers geven hoop!
LikeLike
Wij hebben het met kruiden geprobeerd en het was geen succes. Alleen de basilicum groeide, in overvloed dan nog en dat vind ik eigenlijk niet eens zo lekker.
LikeGeliked door 1 persoon
Ik vind basilicum net een hele moeilijke!
LikeLike
Pingback: Groene vingers, deel 2 – Boston, baby!