Aaaaah Friday. My second favorite F-word. – dit staat op een onderzettertje dat ik ooit aan een collega cadeau deed. Het deed me aan haar denken, omdat we samen een mini-dansje durven te maken als de laatste dag van de werkweek aanbreekt.
Alleen heb ik vandaag een mooi aantal vergaderingen, en niet allemaal dicht bij huis, dus het zou kunnen dat de beruchte vrijdagnamiddagfile de start van mijn weekend een beetje uitstelt. Bovendien krijgen we vanavond bezoek, waar manlief en ik al lang naar uitkijken. Gelukkig staat het diner al netjes te pruttelen in mijn slow cooker: Jeroen Meus’ ossobuco. Hij haalt in het recept aan dat je er tijd voor moet maken, wel Jerre, wat dacht je van kalfsschenkel die zich 8 uur lang op 80°C alle smaken van de groentjes en de kruiden eigen heeft kunnen maken? Jep, over mijn slow cooker schrijf ik zeker binnenkort, want samengevat: zo’n ding is vreselijk handig. En de geur die je huis vult is gewoon geweldig – ik krijg nu al honger als ik er aan denk.
Maar goed, eventjes bij de les blijven: de vijf op vrijdag. Ik dacht, ik ben in een eerlijke bui, laat ik maar starten met vijf dingen die ik totaal niet kan. Dingen die voor een ander misschien helemaal vanzelfsprekend lijken, maar waarbij ik het gevoel heb dat ik de algemene cursus gemist heb, die blijkbaar alle andere mensen op deze wereld volgden. Stiekem, toen ik niet keek.
Vijf ‘gewone’ dingen die ik niet kan:
- Ik kan niet fluiten. Het is gewoon gênant. Om dit euvel enigszins te verdoezelen, zing ik dan maar de woorden ‘fwiet fwiet’. News flash: dat verdoezelt helemaal niets.
.
- Naaien/stikken: Ja, ik kan een knop aannaaien, maar of die er twee weken later nog aanhangt, valt zwaar te betwijfelen. Een scheur in een kledingstuk kan ik zeker maken, maar mag het daarna de verkleedkoffer in?
.
- Naar de koers kijken, zonder het op mijn zenuwen te krijgen en met iets anders te beginnen. Dit geldt ook voor darts, voetbal, snooker, voetbal (de lijst is niet compleet). Enige uitzondering is het WK voetbal, toen zat ik evengoed met strepen op mijn wang aan de buis gekluisterd.
.
- Iemand anders melk in mijn koffie laten schenken. Of voor iemand anders melk in de koffie doen. De gewenste hoeveelheid melk in je koffie is een belangrijke, persoonlijke en precieze aangelegenheid. Ik kan het echt niet hebben dat iemand mijn koffie verknalt door er te weinig, of godbetert, te véél in te doen. Ik zou dan ook nooit iemand een soortgelijk onrecht aandoen.
.
- Niet aan de melk ruiken voor ik hem in mijn koffie giet. Is totaal onmogelijk. Zelfs al doe ik zelf het flesje open, ik MOET gewoon effe checken.
Mmm, je beschrijft exact wat ik over die dingen zou zeggen!
Fijn weekend!
LikeGeliked door 1 persoon
Voor jou ook!
LikeGeliked door 1 persoon
Ik volg je in puntje 1, 2,4 en 5. En zeggen dat ik de Jerre nog pampers heb aangedaan … 😉
LikeGeliked door 1 persoon
Echt? Hoe grappig! En at ie toen al braaf zijn bordje leeg?
LikeGeliked door 1 persoon
Met de nodige deugnietenstreken wel ja. 😉
LikeLike
Pingback: Wat ik niet kan – Ditjes en datjes
Pingback: Waar ik niet goed in ben | Tifosa
Puntje 1 is hilarisch. Ik kan zelf ook niet fluiten en hoef gelukkig niet vaak te doen alsof. Al vond ik het toch wat genant toen de zoon vroeg om het hem te leren, ik enkel wat geblaas kon voortonen en er bij de dochter wél geluid uit kwam…
LikeGeliked door 1 persoon
Pingback: Vijf op vrijdag: wat ik zou willen kunnen – Boston, baby!
Pingback: Vijf op vrijdag – de fotohoek #1 – Boston, baby!